Vandeweek op een ochtend fiets ik naar een vriendin, we hebben afgesproken samen een kop koffie te drinken in de stad. De kinderen zijn net naar school, de ontbijtspullen staan nog op tafel. Ik zie fruitvliegjes boven een krat met appels. Die appeltjes moeten nog uitgespreid worden op een plaats in huis waar nog spullen staan die nog op Marktplaats gezet moeten worden waar nog foto's van gemaakt moeten worden en, en, en. Pffff, m'n hart klopt snel, ik voel me gejaagd want... ik moet nú weg om 'rustig' koffie te drinken... Mijn gedachten holderdebolderen over elkaar. We hebben elkaar al even niet gesproken en dan is niet het eerste wat ik wil zeggen 'ik ben gestresst!'
Ik zit op de fiets en heb thuis de boel de boel gelaten, laat de fruitvliegjes nog maar even genieten en die ontbijttafel, die staat er straks ook nog wel. En dan, besluit ik iets wat de rest van de week steeds weer terugkomt, het is het kadootje van de dag. Ik ben gestresst én ik ben een geluksvogel! Oftewel; ik ben een gestresste geluksvogel! Wat heerlijk, ik ben het allebei en door het allebei te noemen vergeet ik niet dat laatste; ik ben óók een geluksvogel.
In de dagen daarna komen soms kort variantjes voorbij; ik ben een vermoeide geluksvogel, een teleurgestelde geluksvogel, een verdrietige geluksvogel maar in al die gevallen... ben ik een geluksvogel! In het logo van de boomgaard (ontworpen door haar en als kleurplaat ingekleurd door zoon) zie ik nu pas bewust een vogeltje, zie je wel!
Hier past helemaal de volgende tekst uit ons kleinste kamertje bij...